bedragen x € 1.000
| Jaarprogramma 2026 | Nieuwe middelen 2026 | Middelen voorgaande jaren | Totaal middelen 2026 | 
|---|---|---|---|
| Energiesysteem van de toekomst | 0 | 1.101 | 1.101 | 
| Slimme mobiliteit | 200 | 0 | 200 | 
| Circulair ambachtscentrum | 1.400 | 0 | 1.400 | 
| Overige projecten | 1.600 | 1.101 | 2.701 | 
Energiesysteem van de toekomst
Klimaatverandering heeft wereldwijd impact op de natuur, onze gezondheid, veiligheid en de beschikbaarheid van voedsel en water. Om de energievoorziening in Almere (warmte, koude én elektriciteit) toekomstbestendig te maken, zijn structurele investeringen nodig. Het project ‘Energiesysteem van de toekomst’ sluit aan bij bestaande initiatieven en zet concrete stappen naar een duurzame en CO ₂ -neutrale energievoorziening.
De beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet belemmert verduurzaming, sociale en economische groei. Dit duurt tot minimaal 2034. Dit vergroot de noodzaak voor het nemen van maatregelen en het zoeken voor alternatieve energiemaatregelen in projecten. Het uitbreiden van het net kost veel tijd, waardoor we op korte termijn moeten omgaan met de gevolgen. Tegelijk biedt dit kansen om het energiesysteem anders in te richten. Zo wordt onderzocht hoe regelbare energieopwekking kan helpen om de impact van netcongestie op woningbouw te verkleinen.
De gemeente onderzoekt verschillende duurzame warmtebronnen om de restwarmte van de Diemercentrale te vervangen en af te stappen van fossiel aardgas. De komende jaren wordt geïnvesteerd in dataverzameling en analyses van het water, de ondergrond, technische concepten en stakeholders. Deze stappen zijn nodig om te bepalen of duurzame alternatieven voor aardgas een substantiële bijdrage kunnen leveren aan de warmtetransitie. Wetenschappelijke boring aardwarmte wordt gedaan op Strandeiland, en niet in Almere, dat betekent voor ons project grotere onzekerheid voor de data van de ondergrond waardoor meer eigen analyses en onderzoeken nodig zijn
Omdat de gemeente afhankelijk is van externe partijen en de energiemarkt snel verandert, is flexibiliteit essentieel. Het budget wordt gericht ingezet voor onderzoek, samenwerkingsprojecten en het ondersteunen van initiatieven. Zo kan Almere tijdig inspelen op ontwikkelingen en haar duurzaamheidsdoelen behalen.
Waarom moet het in 2026?
Netcongestie een urgent probleem, daarom moet er op korte termijn oplossingen en maatregelen getroffen worden. Het ontwerpen van het energiesysteem van de toekomst kost tijd. De stappen die in het verleden zijn gezet moeten verder worden uitgewerkt, worden toegepast in de praktijk en worden opgeschaald om toe te kunnen werken naar het energiesysteem van de toekomst.
Resultaten
| Q1 | 
 | 
|---|---|
| Q2 | 
 | 
| Q3 | 
 | 
| Q4 | 
 | 
Wat mag het kosten
bedragen x € 1.000
| 
 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | Totaal | 
|---|---|---|---|---|---|---|
| Geothermie (Warmteprojecten) | 50 | 991 | 550 | 60 | 60 | 1.711 | 
| Balanceren energienet | 170 | 110 | 110 | 110 | 110 | 610 | 
| Totaal | 220 | 1.101 | 660 | 170 | 170 | 2.321 | 
Slimme mobiliteit
De gemeente Almere neemt deel aan twee innovatieopdrachten van het DMI ecosysteem, Digital Twin as a Service en Digitale regie openbare ruimte.
Digitale Regie Openbare ruimte (DRO) is een consortium van overheden (Amsterdam, Groningen, Almere en Vervoersregio Amsterdam), private ondernemingen (Goudappel, Technolution, Dat.mobility en Vianova) en kennisinstellingen (AMS institute en TNO). Het doel van DRO is om met behulp van digitalisering in het belang van iedereen te verbeteren. Dit doen we door verkeersdrukte te verminderen, vervuilend verkeer terug te dringen en de toegankelijkheid van de openbare ruimte te vergroten. Tegelijkertijd houden we ook voor de behoefte van elke individuele gebruiken. Op deze manier dragen we bij aan een stad die leefbaar, rechtvaardig en duurzaam is.
Digital Twin-as-a-Service (DTaaS). Dit traject wordt onder aanvoering van het ministerie van Binnenlandse zaken uitgevoerd in samenwerking met Geonovum, provincie Flevoland, Imagem. DTaaS is opgezet om stedelijke digitale tweelingen te ontwikkelen gebaseerd op standaarden waardoor de afzonderlijke componenten los van elkaar ontwikkeld kunnen worden en er een integraal en digitaal beeld van de stad te visualiseren is. Dit inzicht helpt een beter integraal inzicht van de stad (en de ontwikkeling daarvan) te creëren waardoor we beter in staat zijn integrale afwegingen te maken.
Waarom moet het in 2026?
Het DMI programma is in 2023 gestart en is een 5 jarig programma. De overeenkomsten zijn gemaakt waar co-financiering van toepassing is. Het niet continueren van deze projecten zullen allereerst de doelstelling van het programma Smart mobility onmogelijk maken en de tractie die nu gemaakt wordt teniet doen. De samenwerking met provincie Flevoland en het ministerie van I&W zal op dit vlak niet meer kunnen doorgaan, ook de samenwerking met de andere partners, gemeente Amsterdam, Groningen bereikbaar, Gaoudappel, Technolution, Vianova en het AMS institute zal ten einde komen. Kortom de investering tot nu toe worden teniet gedaan daarnaast zullen we later alsnog de ontwikkelingen op digitaal gebied moeten doormaken, maar dan als gemeente Almere als enige dragen van alle innovaties tov de huidige structuur waarbij de verschillende ontwikkelde tools binnen het ecosysteem van DMI beschikbaar komen en we samen met ongeveer 140 partijen in Nederland samenwerken.
Resultaten
| Q1 | 
 | 
|---|---|
| Q2 | 
 | 
| Q3 | 
 | 
| Q4 | 
 | 
Wat mag het kosten
bedragen x € 1.000
| 
 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | Totaal | 
|---|---|---|---|---|---|---|
| Project management | 145 | 149 | 152 | 155 | 158 | 759 | 
| Data analist/governance | 67 | 69 | 70 | 71 | 72 | 349 | 
| Communicatie | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 50 | 
| IV ondersteuning | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 50 | 
| ICT architect | 10 | 20 | 20 | 20 | 20 | 90 | 
| Green innovation hub | 23 | 31 | 31 | 31 | 31 | 147 | 
| Totaal | 265 | 289 | 293 | 297 | 301 | 1.445 | 
Circulair ambachtscentrum
Een huishouden stoot gemiddeld zo'n 20 ton CO2 uit per jaar, waarvan meer dan de helft afkomstig is van consumptie. Dit is waar de meeste impact zit. Gemeenten kunnen bijdragen aan het verlagen van deze voetafdruk, bijvoorbeeld door huishoudelijk afvalbeheer te verbeteren en mogelijkheden te bieden voor inwoners om circulair te consumeren via de R-ladder (zoals repair, reuse, refurbish, enzovoort). Op deze manier kan impact worden gemaakt op twee fronten: minder grondstoffenverbruik en een reductie van de CO2-uitstoot.
Met dit project wil de gemeente Almere een verdere doorontwikkeling realiseren van het in 2017 opgerichte Upcyclecentrum (UC) en de in 2023/2024 uitgevoerde 'add-ons' vanuit het FVA tweede tranche, zoals de verbeteringen aan de milieustraten en de aankoop van De Steiger 110 als demontage- en reparatiefaciliteit. De volgende logische stap is de doorontwikkeling naar een volwaardig circulair ambachtscentrum. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambities om circulaire bedrijvigheid en werkgelegenheid naar Almere te halen, met als doel het verminderen van grondstofgebruik en CO2-uitstoot.
Het beoogde circulair ambachtscentrum fungeert als motor in de regionale circulaire economie en is een strategische schakel binnen het landelijke netwerk van circulaire ambachtcentra. Met als doel: een dekkend netwerk in 2030. Het doel is dus niet óf-óf, maar én-én: het realiseren van een fysieke en functionele plek (het ambachtscentrum) is het middel om de bredere maatschappelijke doelen te behalen.
Waarom moet het in 2026?
Voor 2030 zijn er ambitieuze doelstellingen vastgelegd in het Grondstoffenakkoord, NPCE (Nationaal programma Circulaire Economie), de Kaderrichtlijn afvalstoffen (Kra) en Klimaatakkoord (inmiddels aangescherpt) waaraan alle gemeenten in Nederland waaronder Almere zich aan hebben gecommitteerd:
- 55% CO2 reductie in 2030
- 50% reductie gebruik primaire grondstoffen in 2030
- 60% daadwerkelijke recycling in 20230
Een huishouden stoot gemiddeld ca 20 ton CO2 uit op jaarbasis. Meer dan de helft daarvan komt voort uit consumptie: daar zit de meeste impact. Gemeenten kunnen ook bijdragen deze voetafdruk te verlagen, o.a. via huishoudelijk afvalbeheer en mogelijkheden te creëren voor inwoners om meer circulair te consumeren via de R-ladder (o.a. repair, reuse, refurbish, etc) en zo impact maken op twee fronten: minder grondstoffenverbruik én reductie van de CO2 uitstoot.
Het concept van een circulair ambachstcentrum levert hieraan een belangrijke bijdrage. In 2025 heeft de technische voorbereiding plaatsgevonden, waarbij sprake is van integratie met het huidige Upcyclecentrum. In 2026 vindt realisatie van het centrum plaats.
Het Rijk stuurt ook met juridisch instrumentarium (bijv. verbrandingsverbod in 2030) en financieel instrumentarium ( CO2- en verbrandingsbelasting) aan op een sterke CO2- en restafval reductie. Dat maakt het verwerken van restafval steeds duurder. De belasting op het verbranden van restafval is de afgelopen vijf jaar gestegen van ca € 13 per ton in 2018 naar € 40 per ton in 2024. De komende jaren zal deze verder stijgen om restafvalverbranding te ontmoedigen. Het centrum dempt deze ontwikkeling in kosten door meer hergebruik van grondstoffen te laten plaatsvinden.
Tenslotte levert het tientallen arbeidsplaatsen op, onder andere voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.
Resultaten
Voor de geïntegreerde locatie moet een omgevingsvergunning worden verkregen dan wel de vergunning van het huidige Upcyclecentrum worden aangepast. Hiervoor moeten er verschillende onderzoeken worden uitgevoerd. Resultaten zijn diverse onderzoeken, eventueel gewijzigd bestemmingsplan en een (aangepaste) omgevingsvergunning. Certificering: eventueel kan ervoor worden gekozen om ook een duurzame certificering van het gebouw en/of gebied te verkrijgen, zoals BREAAM of NL Greenlabel. Uitvoering is voorzien in 2026. Dit op basis van het in 2025 ontwikkelde voorlopig- en definitief ontwerp en bijbehorende kostenraming.
| Q1 | 
 | 
|---|---|
| Q2 | 
 | 
| Q3 | 
 | 
| Q4 | 
 | 
Wat mag het kosten
bedragen x € 1.000
| 
 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | Totaal | 
|---|---|---|---|---|---|---|
| Inspanning 1e kw. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 
| Inspanning 2e kw. | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | 20 | 
| Inspanning 3e kw. | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | 20 | 
| Inspanning 4e kw. | 60 | 1.400 | 0 | 0 | 0 | 1.460 | 
| Realisatie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 
| Totaal | 100 | 1.400 | 0 | 0 | 0 | 1.500 | 
