We zoeken naar mogelijkheden om de gevolgen van het gebrek aan passende huisvesting te beperken
Huisvesting is momenteel het grootste en meest urgente knelpunt in de opvang- en zorgketen. Inwoners die gebruik maken van zorg- en opvangvoorzieningen maar eigenlijk beter af zijn in een eigen woning kunnen niet uitstromen. Zij blijven daardoor langer dan nodig in zorgvoorzieningen. Dit kost ons meer geld maar is vooral ook niet in het belang van de inwoner. Ook zorgt dit ervoor dat we grote moeite hebben om mensen die eigenlijk moeten instromen van een plek te voorzien. Soms loopt de problematiek van deze mensen daardoor zelfs op. Dit huisvestingsvraagstuk zien we ook terug in de noodopvang. Naast het toenemend aantal noodplaatsingen als gevolg van het huisvestingsprobleem neemt ook daar de duur van het verblijf toe. Hierdoor moet vak noodgedwongen uitgeweken worden naar bijvoorbeeld opvang in een hotel. We werken hier op meerdere manieren aan. Niet alleen door uitstroommogelijkheden voor deze doelgroep te vergroten, maar ook door te voorkomen dat mensen moeten instromen en door begeleiding te bieden aan mensen die op wachtlijsten staan. Dat doen wij samen met zorg- en welzijnspartners en woningcorporaties.
Doel: Almeerders kunnen gebruikmaken van passende en kwalitatief goede ondersteuning en voorzieningen via de Wmo
Resultaat: Almeerders ervaren de dienstverlening van de twee nieuwe leveranciers van Wmo-hulpmiddelen (scootmobielen, rolstoelen, etc.) als kwalitatief goed, servicegericht en dichtbij.
Wij monitoren de dienstverlening van de twee nieuwe Wmo-hulpmiddelenleveranciers en de cliëntervaringen. Dit gebeurt aan de hand van steekproeven en gesprekken met inwoners door een onafhankelijke instantie. Met deze resultaten kunnen we sturen op de resultaten van de dienstverlening van onze partners.
Resultaat: woningaanpassingen en medische advisering via de Wmo zijn beschikbaar, werkbaar en cliëntgericht georganiseerd.
In het eerste half jaar van 2026 starten nieuwe leveranciers voor Wmo-woningaanpassingen en medische advisering. Wij zorgen dat werkprocessen en systemen op tijd zijn aangepast, dat medewerkers adequate instructies krijgen en dat inwoners weten waar ze aan toe zijn.
Resultaat: de formele respijtzorg is toekomstbestendig georganiseerd en sluit aan bij de behoeften van cliënten en hun mantelzorgers.
Wij stellen een plan op voor de toekomstige inkoop en inzet van formele respijtzorg. Dit gebeurt in samenspraak met zorgaanbieders, cliëntorganisaties en mantelzorgers. Hierbij is er ook aandacht voor respijtzorg tijdens de overgangsfase naar wonen in een instelling voor langdurige zorg.
Doel: ondersteuning en voorzieningen via de Wmo sluiten aan bij de behoeften, en mogelijkheden van Almeerders.
Resultaat: Wmo-cliënten, mantelzorgers en partnerorganisaties ervaren dat de gemeente openstaat voor feedback over de Wmo-dienstverlening en weten wat er met hun inbreng gebeurt.
Wij voeren een verbeterplan uit om binnen de Wmo nog beter om te gaan met onder andere signalen, klachten en bezwaren. Hiervoor is er een samenwerking met stichting Gouden Oor. Deze organisatie helpt organisaties om zich maximaal in te stellen op luisteren, klantgevoelig handelen en leren van feedback. Wij werken toe naar een erkenning volgens de Gouden Oor Standaard.
Doel: Ondersteuning en voorzieningen via de Wmo blijven voldoende beschikbaar en betaalbaar
Resultaat: voor wie hier zelf niet in kan voorzien blijft ondersteuning beschikbaar. Wij voeren de Wmo uit binnen de gemeentelijke begroting.
Wij stimuleren het gebruik van leenhulpmiddelen (bijvoorbeeld deelscootmobielen) als alternatief voor individuele hulpmiddelen. Tot de zomer van 2026 voeren we een samenhangende aanpak uit om het gebruik van huishoudelijke ondersteuning terug te dringen en de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren.
We optimaliseren samen met zorgaanbieders de procesregie binnen de individuele begeleiding en dagbesteding. Dit helpt inwoners - waar mogelijk - om weer zelfstandiger te leren functioneren. We voeren in 2026 het gesprek met de raad over de toekomst van de Wmo-ondersteuning. Dit in het licht van de groei van de stad en de toenemende vergrijzing. Hierbij nemen wij ook de uitkomsten mee van het landelijke houdbaarheidsonderzoek naar de Wmo.
Het Regionaal Kader Zorglandschap is in 2026 nog steeds de leidraad voor onze visie en ambities voor het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang.
Dit regionaal kader omvat regionale afspraken voor de zorg en ondersteuning voor (psychisch) kwetsbare inwoners en afspraken over huisvesting van voorzieningen.
Doel: meer inwoners krijgen ambulante zorg en ondersteuning in eigen woonomgeving met als streven afbouw van intramurale plekken te kunnen realiseren
Dit betekent dat we inwoners in een psychisch kwetsbare situatie zoveel mogelijk willen ondersteunen om ‘gewoon’ deel te nemen aan de maatschappij en ondersteuning zo dicht bij huis als mogelijk te organiseren. Hiervoor werken we de komende periode verder aan het uitvoeringsprogramma ‘Op-, om en Afbouwplan’ aan initiatieven zoals:
- De Flevolandse Avond- en Nachtdienst (FAN). De FAN biedt individuele ondersteuning in de avonden en nachten, op dit moment aan inwoners die een beschikking voor regionale Wmo hebben. Het is een passende vorm van ondersteuning voor inwoners die goed op zichzelf kunnen wonen maar wellicht een enkele keer buiten kantooruren kortdurend behoefte hebben aan ondersteuning. In 2025 en 2026 wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van de FAN. Zodat deze ook waar nodig beschikbaar komt voor inwoners met een lokale Wmo beschikking. Daarnaast zal de FAN ondersteuning gaan bieden aan inwoners met onbegrepen gedrag (OGGZ-doelgroep).
Resultaat: FAN komt ter beschikking voor inwoners met een lokale WMO beschikking.
- Tussenvoorzieningen voor jongeren zoals het trainingshuis Manuscripstraat. In dit trainingshuis kunnen jongeren tussen de 18 en 27 jaar twee jaar wonen en worden ze begeleid. Met als doel dat zij de vaardigheden aangeleerd krijgen die nodig zijn om zelfstandig te kunnen wonen.
- Een vorm van gemengd wonen waarbij een breder aanbod gerealiseerd wordt, dat beter aansluit bij de diverser wordende doelgroep. Dit helpt deelnemers om sneller toe te werken naar zelfstandigheid en voorkomt hospitalisering.
Resultaat: inwoners werken sneller toe aan zelfstandigheid.
Resultaat: hospitalisering wordt voorkomen.
Resultaat: na een positieve evaluatie 2025 van de pilot Housing First gaan we dit in 2026 opnemen als vast product. Waardoor meer mensen gebruik kunnen gaan maken van de aanpak Housing First.
Ook werken we aan het verder uitrollen van Housing First zodat dit voor meer inwoners beschikbaar komt. Aan de hand van het Nationaal Actieplan Dakloosheid werken we tegelijk aan het voorkomen van dak- en thuisloosheid en daarmee het voorkomen van instroom in de maatschappelijke opvang.
Opnieuw is gebleken dat de wettelijke vaststelling van het woonplaatsbeginsel per 1 januari 2026 door de Tweede Kamer niet haalbaar is.
Het woonplaatsbeginsel regelt dat een gemeente verantwoordelijk is voor beschermd wonen voor haar eigen inwoners en dat iedere gemeente haar eigen budget heeft (doordecentralisatie Beschermd Wonen). Dit wetsvoorstel ligt al jaren bij de Tweede Kamer maar is nog steeds niet in behandeling genomen. Deze vertraging betekent dat er nog steeds geen duidelijkheid is voor gemeenten over het wel of niet invoeren van het woonplaatsbeginsel.
We organiseren de toegang tot Beschermd Wonen en de opvang van gezinnen op een andere manier
Het jaar 2025 was een overgangsjaar als het gaat over de toegang tot beschermd wonen. Deze toegang is overgedragen van de GGD naar de gemeenten in een hybride toegangsteam. Vanaf 2026 ligt dit volledig bij de gemeenten. We zullen in dit eerste jaar extra aandacht houden voor hoe dit gaat. Als het nodig is sturen we hierop bij.
Het aantal gezinnen dat een beroep doet op de maatschappelijke opvang neemt de laatste jaren helaas hard toe. Om deze toename in goede banen te kunnen leiden organiseren we de toegang hiertoe op een andere manier. Net als voor beschermd wonen komt de toegang voor gezinsopvang te liggen bij centrumgemeente Almere.
Passende woningen voor uitstroom blijven uit
De uitstroom uit de maatschappelijke opvang en beschermd wonen stokt. Veel cliënten in deze voorzieningen hebben een urgentieverklaring en zijn klaar om op zichzelf te wonen. Echter, er zijn hiervoor te weinig woningen beschikbaar. Naast dat dit ons veel geld kost is dit vooral niet in het belang van het herstel van de cliënt. Tegelijkertijd worden er door deze situatie onnodig plekken bezet gehouden. Met onze partners zoeken we naar manieren om de door- en uitstroommogelijkheden te vergroten.
We werken aan een sluitende aanpak voor de doelgroep 16-27 jarigen
Vanuit Ethos-tellingen (een telmethode ontwikkeld voor tellingen van dak- en thuislozen) in andere regio's, weten we dat maar liefst 40% van het aantal dak- en thuislozen jongeren onder de 27 jaar is. Ook zien we dat het ingewikkeld kan zijn om een goede overgang van jongeren uit de jeugdhulp naar volwassenezorg.
De verschillende wet- en regelgeving en diversiteit in aanbieders in de uitvoeringsketen, voor jongeren onder de 18 ten opzichte van volwassenenzorg, maakt dat deze overgang nog niet voldoende op elkaar aansluit.
Ook voor deze doelgroep geldt dat passende betaalbare woonoplossingen onvoldoende beschikbaar zijn. Dit vergroot het risico van uitval en discontinuïteit in zorg. In het ergste geval kan dit zelf (opnieuw) leiden tot dakloosheid. Met betrokken partijen werken we eraan om dit zoveel mogelijk te voorkomen.
We geven uitvoering aan onze inburgeringstaken
In 2026 blijven wij uitvoering geven aan onze wettelijke taken op grond van de Wet inburgering 2021. Het huidige beleidskader loopt tot en met 2025. In 2026 wordt daarom een nieuw beleidskader aan de raad voorgelegd, waarin we de verdere ontwikkeling van ons inburgeringsbeleid uitwerken.
De financiële middelen die wij van het Rijk ontvangen zijn echter niet toereikend om de wettelijke taken volledig uit te voeren. De middelen groeien niet mee met de instroom van inburgeringsplichtigen. De VNG voert namens de gemeenten gesprekken met het Rijk om tot hogere uitvoeringsbudgetten te komen. Deze gesprekken hebben tot nu toe niet geleid tot meer budget.
Daarnaast zetten wij in 2026 de eerste stap richting nieuwe aanbestedingen voor de leerroutes. Zodat wij ook in de toekomst kwalitatief goede trajecten kunnen blijven bieden aan onze inburgeraars.
Vluchtelingen
We werken aan een integrale vluchtelingenaanpak. We implementeren de Spreidingswet en voorzien in voldoende opvangplakken in lijn met de Spreidingswet. We voeren ook de 'Richtlijn Tijdelijke Bescherming' uit en de 'Regeling opvang ontheemden Oekraïne' binnen de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne.
We blijven investeren in de aanpak van armoede en schulden zodat ook minima en burgers met schulden mee kunnen doen
Op 6 juni 2025 presenteerden de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Rechtsbescherming het nieuwe Nationaal Programma Armoede en Schulden (NPAS). Dit programma is het vervolg op de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden (AGAS) en richt zich op vijf programmalijnen:
- Voorkomen van geldzorgen;
- Kleine zorgen blijven klein;
- Hulp als het tegenzit;
- Meer grip en overzicht;
- Perspectief voor de toekomst.
In 2024 heeft het ministerie incidentele en structurele gelden voor AGAS beschikbaar gesteld. De reserveringen die toen zijn gemaakt vervallen met ingang van 2029. Desondanks continueren we de ingeslagen weg en blijven we ons focussen op preventie en vroegsignalering van armoede- en schuldenproblematiek. Aansluitend bij de doelstellingen uit het NPAS zetten we in 2026 onder andere in op:
- de borging van 6 (in plaats van 10, in verband met onvoldoende structurele financiële dekking). Financiële Huizen voor een laagdrempelige en toegankelijke financiële (schuld)hulpverlening. U wordt hier in het vierde kwartaal van 2025 nader over geïnformeerd.
- de kwaliteitsverbetering van de schuldhulpverlening op basis van het onderzoek naar de meest effectieve en efficiënte wijze van inrichting van de keten;
- een aanbesteding collectieve ziektekostenverzekering;
- de voortzetting in 2026 van de mogelijkheid tot financiële ondersteuning aan Almeerse noodhulporganisaties.
- de voortzetting van het ambtshalve toekennen van de IIT (Individuele Inkomenstoeslag).
- de invoering van een stadspas voor alle inwoners, met extra mogelijkheden voor minima om actief mee te doen in de stad.
Daarnaast zetten we in op het continueren van de succesvolle laagdrempelige aanpak Kinderarmoede: 'Als ik later groot ben in Almere' voor kinderen van 0-12 jaar en 'Dare to dream in 036' voor jongeren van 12-18 jaar. Ook verkennen we de kansen voor een vervolg van de pilot Geldrust, voor Almeerse gezinnen met geldstress en multi-problematiek.
Wij willen dat zoveel mogelijk inwoners meedoen
Wij ondersteunen inwoners die kunnen werken bij voorkeur richting werk of wanneer dit (nog) niet kan richting maatschappelijke participatie. Hierbij bieden we maatwerk waar dat nodig is. Samen met werkgevers, scholen en regionale partners creëren wij kansen en werkplekken. Binnen de beperkte middelen blijven wij ons inzetten om zoveel mogelijk inwoners passende ondersteuning te bieden.
De komende jaren wordt de Participatiewet herzien. De eerste wijzigingen gaan op 1 januari 2026 in. Het jaar 2026 is een overgangsjaar waarin wij onze dienstverlening aanpassen aan de uitgangspunten van de Participatiewet in Balans.
Met de inwerkingtreding van de nieuwe 'Wet van school naar duurzaam werk' verbeteren wij de aansluiting tussen onderwijs, werk en inkomen. Samen met scholen en partners zorgen wij dat kwetsbare jongeren beter worden begeleid in hun overgang van school naar duurzaam werk. Zo verkleinen wij de kans op uitval en vergroten wij hun kansen op een plek binnen de arbeidsmarkt.
Om de kansen voor inwoners met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt te vergroten, zetten wij in 2026 nadrukkelijker in op het gebruik van loonkostensubsidie. Daarmee maken we het voor werkgevers aantrekkelijker om mensen in dienst te nemen die (nog) niet volledig het minimumloon kunnen verdienen.
Begin 2026 gaat het Regionaal Werkcentrum Flevoland in Almere van start. Dit wordt hét centrale loket voor werkzoekenden, werkenden en werkgevers. Samen met regionale partners zorgen wij ervoor dat inwoners en werkgevers één ingang hebben voor vragen over werk, arbeidsmarktgerichte scholing, loopbaanontwikkeling en personeel.
In 2026 stellen wij een visie vast op de toekomstbestendige inrichting van het sociaal ontwikkelbedrijf en de hiermee samenhangende ondersteunende infrastructuur.
Doelstellingen
- Wij sturen voor het zomerreces 2026 een kwalitatieve evaluatie van het Almeerse inburgeringsstelsel richting de raad.
- Wij voorzien in meer asiel-opvangplekken; ten minste 1233 opvangplekken, in lijn met de Spreidingswet.
- Wij realiseren voldoende opvangplekken voor Oekraïense ontheemden om te kunnen blijven voldoen aan de inspanningsverplichting.
- Wij realiseren zijn 2 extra financiële huizen in de wijk. Er zijn dan in totaal 6 financiële huizen.
- Wij realiseren een stadspas voor alle inwoners, met extra mogelijkheden voor minima.
- Wij herzien, vanuit het wetsvoorstel Participatiewet in Balans, de huidige Participatiewet en we implementeren de wijzigingen, met als basis vertrouwen, maatwerk en eenvoud.
- Wij verbeteren de begeleiding van kwetsbare jongeren in hun overgang van school naar duurzaam werk.
- Loonkostensubsidie wordt nadrukkelijker ingezet om inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen bij reguliere werkgevers.
- Wij geven als centrumgemeente vorm aan de regierol in de arbeidsmarktregio Flevoland, waarbij er in 2026 een nieuw meerjarenplan en uitvoeringsplan wordt vastgesteld.
- Het Regionaal Werkcentrum Flevoland is gestart in Almere en functioneert als fysiek en digitaal loket voor inwoners en werkgevers in 2026.
- De visie op de toekomstbestendige inrichting van het sociaal ontwikkelbedrijf en de hiermee samenhangende ondersteunende infrastructuur wordt vastgesteld in 2026.
