Paragrafen

Lokale heffingen

Invoeren precariobelasting bij bouwplaatsen in de openbare ruimte

Dit zou een netto-opbrengst van € 200.000 vanaf 2027 moeten opleveren. Deze vorm van belasting wordt gehanteerd in vrijwel alle grote gemeenten, van 100.000 inwoners of meer. Bedrijven kennen deze belasting dan ook. Wel is een aandachtspunt dat we op dit moment nog niet precies kunnen voorspellen wat de opbrengsten zullen zijn. We gaan in beeld brengen wat de opbrengst, het tarief en de invoeringskosten precies zijn. Eventueel stellen we de begroting daarop bij. Wel vinden we het realistisch dat deze belasting € 200.000 zou opleveren, gezien de opbrengsten die andere grote gemeenten hieruit halen.
Goed om te weten dat deze maatregel samenvalt met een verhoging met 40% van de legestarieven voor het plaatsen van objecten in de openbare ruimte. Voor objecten die langer dan een week staan, wordt dit tarief extra verhoogd.

Het invoeren van precariobelasting bij bouwplaatsen in de openbare ruimte leidt er uiteraard wel toe dat ook de gemeente voor werkzaamheden in de openbare ruimte precariobelasting moet betalen. Hierdoor worden gemeentelijke projecten ook duurder.

Invoeren leegstandbelasting

Dit zou een netto-opbrengst van € 150.000 vanaf 2027 moeten opleveren. De belasting kan goed ingevoerd worden per 1 januari 2027. We gebruiken dan een peildatum voor deze belasting van 1 januari. Dit betekent dat we een aanslag in rekening brengen als een woning op 1 januari van een jaar, één jaar leegstaat. We doen dit dan niet tussentijds. Belangrijk bij het invoeren van deze belasting is dat we het aantal leegstandscontroles op peil houden. We gaan nog keuzes maken hoe we het tarief inrichten, een vast bedrag of een oplopend bedrag (op basis van WOZ-waarde bijvoorbeeld). Op basis van een eerste analyse zijn er 400 woningen naar voren gekomen die 1 jaar of langer leegstaan.

Overige privaatrechtelijke tarieven

Ook de tarieven voor sportaccommodaties en de overige privaatrechtelijke tarieven, zoals die voor de voorzieningen in de Havenkom verhogen we met 3,2%, vanwege loon- en prijsstijgingen.

We gaan vanaf 2026 geen sluisgeld meer innen

Het tarief voor het passeren van de sluis in Almere Haven komt te vervallen, omdat dit sluisgeld niet veilig geïnd kan worden. In 2025 was dit tarief € 3,25 per doorvaart per schip.

Voor kabels en leidingen worden drie nieuwe tarieven ingevoerd

In 2026 worden drie nieuwe tarieven opgenomen voor werkzaamheden voor kabels en leidingen. Dit doen we omdat de gemeente wel kosten maakt voor deze activiteiten. Het gaat om de volgende tarieven:

Het aanbrengen van een wijziging in een vergunningsaanvraag € 361,95

Dit betreft het doorvoeren van een wijziging in een reeds afgegeven vergunning voor kabels en leidingen in de openbare ondergrond binnen de gemeentegrenzen van Almere, inclusief het eventueel verlengen van de vergunningstermijn.

Grondroering zonder melding € 279,40

Dit tarief wordt gerekend als er zonder graafmelding in de openbare grond binnen de stadsgrenzen van de gemeente Almere gegraven wordt. De werkzaamheden omvatten het achterhalen van de zogenaamde grondroerder, het verbaliseren van de grondroerder.

Het onbehoorlijk opleveren na graafwerkzaamheden € 127,00

Dit betreft een tarief voor als de openbare ruimte na graafwerkzaamheden niet goed hersteld wordt. De werkzaamheden bevatten de extra controle door de gemeente. Het herstellen van de openbare ruimte komt voor rekening van de partij die de graafwerkzaamheden heeft verricht.

We verhogen al onze leges voor APV-producten en bijzondere wetten voor een periode van drie jaar, zodat in 2028 de legestarieven 40% hoger zijn dan nu

Het gaat hier bijvoorbeeld om RVV-ontheffingen (voor als je wil rijden over een fietspad, voetpad of busbaan), objectvergunningen (voor het plaatsen van voorwerpen aan de openbare weg) en alcoholwet vergunningen. We verhogen deze leges omdat onze kosten zijn gestegen.

In 2025 is onderzoek uitgevoerd naar de kostendekkendheid van deze leges en op dit moment ligt de kostendekkendheid op 43%. Daarnaast zijn in 2025 de kosten voor behandeling van deze aanvragen gestegen, omdat de personeelskosten zijn toegenomen. De reden hiervoor is dat de functie van vergunningverlener APV en bijzondere wetten opnieuw gewogen is en de functieschalen verhoogd zijn. Dit komt door de invoering van de Omgevingswet. Een groot deel van de APV gaat op termijn op in het Omgevingsplan en het werk van vergunningverlener APV en bijzondere wetten zal in de komende jaren steeds meer vervlochten raken met het werk van een Casemanager Omgevingswet.

Daarom worden de leges voor deze APV-producten over de komende drie jaar verhoogd, zodat in 2028 de legestarieven 40% hoger zijn dan nu. De kostendekkendheid stijgt dan naar 53%. Er is vergelijkend onderzoek gedaan naar de tarieven die gemeenten van vergelijkbare grootte hanteren. Daaruit komt naar voren dat we veel duurder zouden zijn dan andere gemeenten als we de tarieven verder verhogen, om dichter in de buurt te komen van 100% kostendekkendheid van leges. Daarom stellen we dat niet voor.

We nemen in 2026 twee nieuwe tarieven op voor objectvergunningen

Daarnaast stellen we voor om twee nieuwe legestarieven op te nemen voor objectvergunningen. De legeskosten van objectvergunningen hangen af van de oppervlakte van het object en duur dat een object in de openbare ruimte staat. Het huidige maximumtarief van € 476,90 geldt voor objecten die langer dan een week meer dan 25 m2 openbare ruimte bezet houden. In de praktijk zien we dat objecten vaak meerdere maanden in de openbare ruimte staan. Daarom willen we ook daarvoor tarieven invoeren (maximaal 25 m 2 en groter dan 25 m 2 ), die hoger liggen dan het huidige maximum bij een week of meer.

Deze pagina is gebouwd op 10/13/2025 10:18:13 met de export van 10/11/2025 09:40:38