Het perspectief sluit nu op een tekort van  € 8,9 miljoen in 2029. Na de tweede kwartaalrapportage was dat nog een tekort van € 4 miljoen.
In 2026 verwachten we nu een tekort van € 28,8 miljoen. Dit komt vooral door tijdelijke uitgaven.

Zoals blijkt uit de grafiek, verwachten wij ondanks het begrotingstekort dat we het spaardoel van € 45 miljoen in de buffer in 2026 kunnen halen. Voor de jaren 2027 tot en met 2029 verwachten we elk jaar een begrotingstekort. Dit halen we uit onze spaarrekening, de buffer. Daardoor loopt deze logischerwijs steeds verder terug. In de komende raadsperiode zal dit probleem linksom of rechtsom moeten worden opgelost.

De grafiek laat de verwachte stand van onze reserves zien aan het eind van 2026. We hebben in totaal bijna € 370 miljoen aan reserves. Ongeveer € 95 miljoen daarvan gebruiken we voor het opvangen van risico's (buffer en risicoreserves).

De algemene dekkingsmiddelen zijn de inkomsten die we vrij kunnen besteden. In de grafiek staan de totale inkomsten in de begroting. Het gemeentefonds en de lokale belastingen zijn de belangrijkste vrij besteedbare inkomsten.

De begroting bestaat uit 17 programma's. Deze zijn gesplitst in ongeveer 60 programmaonderdelen en 300 activiteiten. In de totaalbegroting zijn alle begrote uitgaven en inkomsten inzichtelijk gemaakt. In het programmaplan staan de (financiële) beleidsvoornemens van het college.

Dit zijn de fondsaanvragen voor 2026 per programmalijn. Een nadere toelichting kunt u vinden in de paragraaf Fonds Verstedelijking Almere .

Om u een idee te geven, hebben we de woonlasten voor een gemiddeld gezin weergegeven. Daarbij gaan we er vanuit dat dit gezin in een gemiddeld koophuis woont én onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing betaalt.

In de grafiek is te zien dat onze woonlasten hoger zijn dan het landelijke gemiddelde.

Dit zijn onze overheadkosten gedeeld door het totaal aantal inwoners. De overheadkosten zijn in Almere dus lager dan de referentiegroep.